Huurders van woonruimte zijn goed beschermd. Maar hoe zit dat nu precies met huurders van bedrijfsruimte? De wet kent verschillende vormen van huurbescherming, afhankelijk van het soort huur. In deze blog neemt Lizette van Doorn u mee in de wereld van huurbescherming voor u als huurder van een bedrijfsruimte. Om hier inzicht in te krijgen is het van belang om onderscheid te maken tussen huur van middenstandsbedrijfsruimte en huur van zogenaamde overige bedrijfsruimte.
Verschil tussen middenstandsbedrijfsruimte en overige bedrijfsruimte
Wanneer we spreken over middenstandsbedrijfsruimte is dit hetzelfde als een detailhandelsbedrijfsruimte. Hierover wordt gesproken als de betreffende ruimte voor het publiek toegankelijk is. Voorbeelden hiervan zijn winkelruimtes, horecaruimtes en ruimtes voor afhaal- of besteldiensten. Dergelijke huurruimten vallen onder de regelgeving en huurbescherming van artikel 7: 290 van het Burgerlijk Wetboek.
Onder overige bedrijfsruimte vallen alle bedrijfsmatige objecten die geen middenstandsbedrijfsruimte zijn. Voorbeelden hiervan zijn kantoren, praktijkruimten voor beroepsbeoefenaren, productie- en opslagruimten. Deze categorie valt onder de regelgeving van artikel 7: 230A van het Burgerlijk Wetboek.
Groot verschil in huurbescherming
Het verschil in huurbescherming tussen de verschillende type huurruimtes is groot. Voor huurders van een middenstandsbedrijfsruimte geldt een veel grotere mate van huurbescherming dan voor huurders van overige bedrijfsruimtes. De achterliggende gedachte hierbij is dat een middenstander (bijvoorbeeld een retailer) vaak afhankelijk is van de vestigingsplaats en de daaraan gekoppelde klantenkring. Bovendien zijn er vaak grote investeringen gedaan in de gehuurde ruimte.
De belangrijkste verschillen zijn als volgt:
Middenstandsbedrijfsruimte
Overige bedrijfsruimte
Uitzonderingen op de huurbescherming van middenstandsbedrijfsruimte
Zoals hierboven aangegeven, kunnen verhuurder en huurder voorafgaand aan het sluiten van de huurovereenkomst de rechter verzoeken toestemming te geven voor een afwijkende duur. Dit is bijvoorbeeld van toepassing wanneer een verhuurder al weet dat er over 7 jaar plannen voor een verbouwing zijn.
Daarnaast biedt de wet de mogelijkheid om de huurdersbescherming voor een periode van maximaal 2 jaar uit te sluiten. Een overeenkomst met een termijn van maximaal 2 jaar valt buiten het wettelijk regime. Na deze 2 jaar kan de overeenkomst eindigen óf deze wordt verlengd en gaat dan automatisch over in een huurovereenkomst van 5 + 5 jaar. Daarbij geldt dan de volledige huurbescherming.
Maar, welk type bedrijfsruimte heeft u precies?
In de praktijk blijkt dat het niet altijd duidelijk is tot welk type bedrijfsruimte het gehuurde behoort. Gezien het verschil in de mate van huurbescherming raden wij als juridisch adviseurs aan om in twijfelgevallen voorafgaand aan het sluiten van de huurovereenkomst hierover duidelijkheid te hebben, zodat verrassingen worden voorkomen.
WeDo Legal helpt u graag verder als huurder of verhuurder van een bedrijfsruimte
Voor advies over de huurcontracten, onduidelijkheid over het type bedrijfsruimte of vragen over mogelijkheden met betrekking tot huur en verhuur helpen wij u graag verder. Neem contact op met Lizette van Doorn (vandoorn@wedo-legal.nl of +31 (0)6 – 53 96 42 66)
Nieuwsbrief
Altijd op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en trends met onze nieuwsbrief.
Aanmelden
Contact